Wat is de betekenis van Dorisch?

dorisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. (muziek) wat betreft de authentieke kerktoonsoort gebaseerd op re 2. (muziek) wat betreft de (negentiende-eeuwse) kerktoonsoort gebaseerd op d dorisch - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) de authentieke kerktoonsoort gebaseerd op re ♢ Het dorisch was in d...

Dorisch is de meest eenvoudige en robuuste van de drie klassieke Griekse zuilenorden. De meest eigene kenmerken van deze variant zijn de veelal gegroefde zuil (cannelures) en het onversierde kapiteel.

Zie klassieke bouworden.

Dorisch (Doriërs: volk dat zich in de 10e eeuw v.Chr. op de Griekse Peloponnesos vestigden) is een toonsoort waarvan de toonladder begint met een kleine terts, zoals de toonladder op d, gespeeld op de witte toetsen van de piano. Zie: kerktoonsoorten.

Dorisch betekent: 1) (beeldend): eerste van de drie Griekse (zie Grieken (2)) bouworden; 2) (muziek): kerktoonladder, stammend uit het Gregoriaans, die bestaat uit typerende volgorde van toonsafstanden, 1 1 1 1 1 (van d tot d op de witte toetsen (zie toets (2)) van de piano (1); kenmerken: mineurachtige toonsoort (2), afstand grondtoon d tot...

Dorische stijl, een der drie bouwstijlen der Grieken; Dorische zuil, sobere, gegroefde zuil met onversierd kapiteel (vgl. Corinthisch en Ionisch). (Doris is deel van het oude Griekenland.)

van het oude Dorië; Oudgrieks dialect

dorisch - Verwijst naar de bouwkundestijl die wordt geassocieerd met de eerste van de drie Griekse architectuurordes en de latere vijf traditionele klassieke bouwordes in de architectuur die, met de Ionische, Corinthische, Toscaanse en composiete stijl werd toegepast door de Romeinen en tot in de Renaissance en daarna. De stijl heeft wellicht zijn...

1. bij de oude Grieken de dalende toonreeks van e’ tot e; 2. in de middeleeuwen de eerste kerktoon (I modus) van d-d’ (met kleine terts en grote sext).