Wat is de betekenis van doornen?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doornen

doornen - Bijvoeglijk naamwoord 1. van doornstruiken doornen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord doorn Synoniemen doorns

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doornen

adj., toarnen, doarnen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doornen

bn., 1. van een doorngewas: een doornen stok; 2. van doornstruiken: een doornen haag.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doornen

bn. (1 met dorens; 2 vandoornhout; 3 van doornstruiken): 1. een — tak; 2. een — stok; 3 een — haag.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doornen

('do:rnən) bn. 1. met doornen: een tak. 2. van doornhout: een stok. 3. van doornstruiken: een haag.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doornen

bn., 1. van een doorngewas: een doornen stok; 2. van doornstruiken: een doornen haag.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doornen

DOORNEN, bn. een doornen stok, van een doorngewas; eene doornen haag, van doornstruiken.

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Doornen

Doornen, bn. van doornen; (H.S.) de - kroon van Christus.