Wat is de betekenis van Doorluchtig?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doorluchtig

doorluchtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. waarvan de roem overal heen uitstraalt, verheven 2. licht en lucht doorlatend Woordherkomst van het Middelnederlandse woord dorelichtich, een leenvertaling van het Latijnse woord perillustris Samenstellende afleiding van door en licht met het achtervoegsel -ig

2024-03-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Doorluchtig

hangt samen met doorlichten, stralen, glanzen; titel waarmee vorsten worden aangesproken.

2024-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doorluchtig

adj., trochloftich.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doorluchtig

DOORLUCHT, bn. (-er, -st), 1. verheven, roemrijk, roemwaardig; inz. in titels: Doorluchtige Hoogheid, titel van prinsen; Doorluchtige Hoogwaardigheid, (nog Zuidn). titel van bisschoppen; aanzienlijk: doorluchtige vergadering; ook met betr. tot geestelijke waarden: een doorluchtig voorbeeld; de doorluchtige (of ...