Wat is de betekenis van doorhalen?

(2008) (luchtv.) zie citaat. • Doorhalen. Een ander woord voor het opblijven na de aankomst op een bestemming. Je gaat dan niet naar bed. (Geeri Bakker: Stewardess@work. 2008)

doorhalen - Werkwoord 1. (ov) een streep ergens doorheen zetten ♢ De spelfouten in het dictee werden doorgehaald. 2. (inerg) niet slapen ♢ De jongens gebruikte keta en hebben doorgehaald. Synoniemen doorstrepen

doorhalen - regelmatig werkwoord uitspraak: door-ha-len 1. er een lijn doorheen zetten ♢ hij had zijn naam eerst opgeschreven en toen weer doorgehaald Regelmatig werkwoord: door-ha-len ik haal door (... ik doorhaa...

doorhalen - Het schrappen van een reeds uitgevoerde effectenorder. Doorhalen gebeurt op de beurs door de commissaris voor de notering. Als er een transactie wordt doorgehaald, wordt zij geacht nooit uitgevoerd te zijn geweest. Doorhaling komt voor als de commissaris onregelmatigheden in de handel constateert.

Het beurtelings, verticaal staand, ontdaan van spitijzers, wiggen en keerklossen, optakelen van de roeden om het gedeelte in de askop te kunnen behandelen tegen het roestproces.

v., trochskrasse, -dwaen -skriuwe, -strike; (van linnengoed) trochhelje; (berispen), hikkelje, hoffenje, de earen wriuwe, waskje, it hier ûtkjimme.

(haalde door, heeft doorgehaald), 1. door een opening (naar zich toe) trekken: een draad doorhalen, door het oog ener naald; — een pijp doorhalen, met een baleintje, een grasje, een bezempje doorsteken; — vlas doorhalen, door (over) de hekel trekken; 2. door een vloeistof doen gaan, indompelen en er weer uit halen;...

haalde —, h. doorgehaald (1 [herhaaldelijk] naar zich toe bewegen door een vloeibare stof; 2 hekelen; berispen; onder handen nemen; 3 een haal met de pen enz. trekken door): 1. de was—, het linnen —, door stijfsel- en blauwselwater halen; 2 iem. duchtig —, a) streng berispen, b) over de hekel halen; 3 een woord —,...

('do:r) (haalde door, heeft doorgehaald) 1. er doorheen trekken: een draad -, nl. door een naaldoog. 2. door blauwsel- en stijfselwater halen: was -. 3. tot een goed einde brengen: hij zal het er wel -. 4. er doorkomen: de zieke zal het er nog wel -. 5. onder handen nemen: iemand duchtig -. Syn. → bedillen. 6. doorschrappen: een woord...