Wat is de betekenis van Doorgronden?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

doorgronden

doorgronden - regelmatig werkwoord uitspraak: door-gron-den 1. begrijpen hoe het in werkelijkheid is ♢ hij is niet te doorgronden Regelmatig werkwoord: door-gron-den ik doorgrond jij/u d...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doorgronden

v., (troch)grounje, (bi)fiemje, bidjipje.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doorgronden

(doorgrondde, heeft doorgrond),, doordringen tot de grond van —, volledig doorzien, begrijpen: zij zien het, maar doorgronden ’t niet; een geheim doorgronden; die man is niet te doorgronden, men kan hem niet grondig leren kennen.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doorgronden

doorgrondde, h. doorgrond (door en door begrijpen', volkomen doorzien): iems. geheime plannen —; God doorgrondt het mensenhart.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doorgronden

('grondən) (doorgrondde, heeft doorgrond) doordringen tot de grond van iets, geheel begrijpen, volkomen doorzien: een zaak, een geheim, iemand -. Syn. → begrijpen.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doorgronden

(doorgrondde, heeft doorgrond), doordringen tot de grond van, volledig doorzien, begrijpen: zij zien het, maar het niet; een geheim doorgronden; die man is niet te doorgronden, men kan hem niet grondig leren kennen.

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doorgronden

DOORGRONDEN, (doorgrondde, heeft doorgrond), iets volledig doorzien, begrijpen zij zien het, maar doorgronden ‘t niet; — een geheim doorgronden, ontdekken; — die man is niet te doorgronden, men kan hem niet grondig leeren kennen. DOORGRONDER, m. (-s). DOORGRONDING, v.