Wat is de betekenis van doodziek?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doodziek

doodziek - Bijvoeglijk naamwoord 1. (intensief) heel erg ziek (zodat men er dood aan kan gaan) De doodzieke oude man had niet lang meer te leven.

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

doodziek

doodziek - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: dood-ziek 1. zwaar ziek, heel erg ziek ♢ na de behandeling was ze doodziek 1. ik word er doodziek van [ik kan er niet meer tegen] Bijvoegl...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Doodziek

adj., (dea)min, deasiik, striemin, sober.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doodziek

bn., zwaar, dodelijk ziek.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

doodziek

bn. (dodelijk ziek): e. — kindje.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doodziek

bn. dodelijk ziek.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doodziek

bn., zwaar, dodelijk ziek; (fig.) doodziek worden van iets, er grote afkeer van krijgen.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Doodziek

DOODZIEK, bn. zwaar, doodelijk ziek.