Wat is de betekenis van doodleuk?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

doodleuk

doodleuk - Bijwoord 1. alsof het normaal is (terwijl het dat helemaal niet is) Hij kwam doodleuk met zijn modderlaarzen het nieuwe tapijt opgelopen. Woordherkomst afgeleid van leuk met het voorvoegsel dood-

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

doodleuk

doodleuk - bijwoord uitspraak: dood-leuk 1. kalm en terloops ♢ Diederik vertelde doodleuk dat hij gezakt was Bijwoord: dood-leuk

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Doodleuk

bw., kalmweg, langs zijn neus weg: dat was er naast, merkte Bram doodleuk op.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

doodleuk

bn. en bw. kalmweg: hij zegt maar dat hij niet zal betalen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Doodleuk

bw., kalmweg, langs zijn neus weg: dat was er naast, merkte Piet doodleuk op.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten