Wat is de betekenis van dondersteen?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

dondersteen

(19e eeuw) (scheldw.) lastig persoon; deugniet; kwelduivel. Reeds opgetekend bij A. Opprel (Het dialect van Oud-Beierland. 1896) en bij Boekenoogen (De Zaansche volkstaal. 1897). • Ze zijn zoo bang voor die dondersteen, de een loopt nog harder voor 'm dan de ander. (H. Hartog: Sjofelen. 1904) • Er zijn veel woorden met meer dan é&...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dondersteen

dondersteen - Zelfstandignaamwoord 1. een lastig, ondeugend persoon Acteur Jason Priestley heeft spijt. Spijt van zijn voortijdige vertrek uit Beverly Hills 90210 (1990-2000), de televisieserie die zijn leven veranderde, en spijt van de losbandige jaren die daarop volgden. Hoewel hij het kettingroken, zuipe...

2024-04-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

dondersteen

(de, -stenen), stenen bijl. Als amulet worden ook vereerd de steenen bijlen der Indiaanen, de zoogenaamde donder- of onweerstenen (Enc.NWI 44).Etym.: Men geloofde dat ze tijdens onweer (in Suriname weinig voorkomend) uit de lucht kwamen vallen (Enc.Sur. 158). Ook in AN heeft de naam d. betrekking op dit bijgeloof, maar dan m.b.t. ‘gewone&rsqu...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dondersteen

m. (...stenen), 1. ben. voor stenen van verschill. aard waarvan men meende dat ze bij onweer uit de lucht waren gevallen, of die door blikseminslag in de grond gevormd zijn; 2. (plat) scheldw. kwelduivel: ’t is een echte dondersteen ; een valse dondersteen, een vals, laaghartig mens; — (in werkwoordelijke vorm) donderst...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dondersteen

m. -stenen (benaming van stenen van verschillende aard, waarvan men oudtijds meende, dat ze bij onweer uit de lucht waren gevallen; scheldwoord: lamstraal).

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Dondersteen

fossiele zeeégelkem u/h diluvium.

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Dondersteen

steen, waarvan men vroeger meende, dat hij, tijdens een onweer, uit de lucht was gevallen. Die meening berustte hoofdzakelijk op het zien van den bolbliksem en het vinden van de niet tot het onweer behoorende aërolithen.➝ Donderbeitel.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dondersteen

(‘dondər) m. (...stenen) 1. Eig. steen waarvan men vroeger meende dat hij, bij een donderbui. uit de lucht was gevallen. 2. Metf. iemand die het zijn onderdanen lastig maakt.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dondersteen

m. (-stenen), (ook: donderbeitel, donderkeil, donderpijl, duivelvinger, grommelsteen, pijlsteen), 1. volksnaam voor het puntige sigaarvormig skelet van een belemniet of fossiele zeeëgel; 2. (scheldwoord) kwelduivel: het is een echte dondersteen, een valse dondersteen, een vals, laaghartig mens; (in werkwoordelijke vorm) dondersteen op, donder...