Wat is de betekenis van Donderaal?

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Donderaal

s., tongeriel, ielpiper.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Donderaal

m. (...alen), grote modderkruiper (Cobitis fossilis), een vis die bij naderend onweer onrustig wordt en naar boven komt, ook weeraal, weervis genoemd.

2024-04-24
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Donderaal

volksnaam voor Modderkruiper*. Donder beestjes of dondervliegjes, zeer kleine insecten, z blaaspotigen.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

donderaal

m. -alen (barometervis).

2024-04-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Donderaal

→ Modderkruiper.

2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Donderaal

➝ Modderkruiper; ➝ Karpers.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

donderaal

('dondər) m. (...alen) modderkruiper.

2024-04-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Donderaal

Donderaal - Zie GROOTE MODDERKRUIPER.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Donderaal

m. (-alen), (ook: grote modderkruiper), een vis, behorend tot de karperachtigen, nl. Misgurnus fossilis, zie modderkruipers.