Donaat
Zie Donatus
Wiktionary (2019)
donaat - Zelfstandignaamwoord 1. Iemand die al zijn bezittingen aan een klooster gegeven heeft en deelneemt aan het kloosterleven, zonder daarvoor eerst de volledige kloostergeloften afgelegd te hebben Woordherkomst Naamwoord van handeling van doneren met het achtervoegsel -aat Verwante begrippen doneren
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), m. en v. (...naten), iem. die al zijn bezittingen aan een klooster gegeven heeft en daarvoor levenslang onderhouden wordt, zonder kloostergeloften te doen.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(Latijn: donatus = gegeven) is in de R.K. kerk de benaming zowel voor een oblaat, die op jeugdige leeftijd door zijn ouders aan een klooster werd geschonken, als voor een leek, die op latere leeftijd zichzelf en zijn vermogen aan een klooster schonk. In sommige Orden legden ze zelfs kleine geloften af (Gehoorzaamheid en Armoede). Ze deelden...
M. J. Koenen's (1937)
v., m. donaten (Lat. donatus, donare = geven: hij, die bij zijn leven al zijn bezittingen a. e. klooster schonk [en zich dus gaf zonder kloosterbeloften af te leggen]): als — in een klooster worden opgenomen.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lat. donare = schenken), benaming, in het algemeen van leeken, die (in de M.E.) zichzelf en hun vermogen aan een klooster schonken, en dan ook in zekere geestelijke voordeelen deelden. ➝ Oblaat.
Jozef Verschueren (1930)
(do'na:t) m. en v. (..maten) [Lat. donare, schenken] Eert. persoon die zijn eigendom aan een klooster schonk en daarvoor levenslang in het klooster onderhouden werd, zonder religieus te zijn.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: