domeinen
domeinen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord domein
Wiktionary (2019)
domeinen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord domein
Winkler Prins (1949)
gronden, die toebehoren aan de Staat. Te onderscheiden: Kroondomein, D. waarvan de inkomsten ten bate van de Koning komen, en Staatsdomein, D. waarvan de inkomsten in de Staatskas vloeien. Ook: publiek D., goederen, bestemd te algemenen nutte (bijv. wegen, kanalen), en privaat D., goederen, die de Staat bezit als een particulier.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(van Latijn: dominium, eigendom), zijn onroerende zaken, welke aan de Staat toebehoren. Men onderscheidde vroeger private en publieke domeinen. Deze laatste zouden dan zijn die vaste goederen, welke bestemd waren voor de uitoefening van de publieke dienst en waarbij van eigendomsrecht in privaatrechtelijke zin geen sprake kon zijn. Het recht...
Dr. L.M. Metz (1937)
Goederen, die aan den Staat behooren (dominus: heer). Publiek domein zijn: wegen, kanalen, openbare gebouwen. Privaat domein zijn: goederen, die de Staat verhuurt of verpacht. Kroondomein zijn de goederen, welke wel aan den Staat behooren, maar waarvan de inkomsten aan den Koning ten deel vallen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: