Wat is de betekenis van Dolkop?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dolkop

m. en v. (-pen), wild, onberaden, onbesuisd mens.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dolkop

m. -koppen (dolleman fig.; driftkop).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dolkop

('dol) m. en v. (-pen) persoon die onbesuisd te werk gaat.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dolkop

m. (-pen), wild, onberaden, onbesuisd mens.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Dolkop

DOLKOP, m. en v. (-pen), wild, onberaden; onbesuisd mensch.

2024-04-25
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Dolkop

Dolkop, m. (-pen), wild -, onberaden mensch. *-PIG, bn. en bijw. (-er, -st).

Gerelateerde zoekopdrachten