Dolik
is een plaatselijke naam voor Lolium temulentum.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., volksn. van verschill. gewassen: van Melampyrum arvense, ook zwartkoorn, paardsbloemen of wilde weit genoemd; — van de gemene bolderik (Agrostemrna githago); van het raaigras (Lolium) en van het bedwelmend raaigras of hondsdravik (L. temulentum).
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
(Lolium temulentum) behoort tot de familie der grassen, Gramineae. Groeit veel in korenvelden en is schadelijk voor vee. Werd vroeger in natte jaren het koren slecht gereinigd, dan kiemde het dolikzaad en kon ook doodelijke gevolgen voor de menschen hebben. ➝Zwartkoren. Bouman.
Jozef Verschueren (1930)
('do:lik) v. gras dat tussen het koren groeit en waarvan het zaad vergiftig is (Lolium temulentum).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Dolik - Volksnaam voor een soort van Raaigras, Lolium temulentum (zie plaat Gramineeën, fig. 4), vergiftig voor het vee. Ook in gebruik voor een soort van Melampyrum.
J. Kramer (1908)
naam van de raaigrassoort Lolium temuUntum, zie Nolium ; en van de zwartkorensoort Melampyrum arvense, zie Melampyrum.
J.H. van Dale (1898)
DOLIK, v. een der volksnamen van melampyrum arvense, ook zwartkoorn, paardsbloemen of wilde weit genoemd; — ook voor de gemeene bolderik {agrostemma githago), ook wel bolderd, bol en koornroos geheeten; — evenzoo van het raaigras (lolium); — ook van het bedwelmend raaigras of hondsdravik (lolium temulenium).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: