Dolheid
s., mallens; (van honden), dûmens.
Wat is de betekenis van Dolheid?
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Dolheid
v. (...heden), 1. krankzinnigheid; 2. razernij, zotheid; 3. dwaze streek, gezegde ; 4. ziektetoestand van dieren die dol zijn.
Oosthoek Encyclopedie
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Dolheid
v. (-heden), 1. krankzinnigheid; 2. razernij, zotheid; 3. dwaze streek, dwaas gezegde; 4. ziektetoestand van dieren die dol zijn, b.v. van een hond.
Gerelateerde zoekopdrachten