dol
dol - Bijvoeglijk naamwoord 1. onzinnig ♢ Het was een dol plan, maar het was wel erg gezellig. 2. gek, krankzinnig ♢ Dol van de pijn rende hij naar buiten. 3. agressief door besmetting met rabiës ♢ Kijk uit, die hond is ...
Wiktionary (2019)
dol - Bijvoeglijk naamwoord 1. onzinnig ♢ Het was een dol plan, maar het was wel erg gezellig. 2. gek, krankzinnig ♢ Dol van de pijn rende hij naar buiten. 3. agressief door besmetting met rabiës ♢ Kijk uit, die hond is ...
Muiswerk Educatief (2017)
dol - bijvoeglijk naamwoord 1. heel erg opgewonden, een beetje gek ♢ ik word dol van dat lawaai 1. dat is te dol [dat kan niet waar zijn] 2. het is te dol om los te lopen...
drs. L.A. Beeloo (1981)
steunpunt voor de riemen bij het roeien: een holte in de bovenrand van de boot of ook een vorkvormige, metalen pin, die in een gat op de zijwanden van de boot wordt gestoken.
Walter De Clerck (1981)
I. Ben. voor de blauwe vleesvlieg; bromvlieg. II. (dul) Last, moeite; vooral in de verb. met iem. of iets veel dol hebben.
Kramer en de Bruin (1971)
Dol - pen met gaffelvormig uiteinde die dient als rust- en draaipunt voor een roeiriem. Er zijn verschillende uitvoeringen in brons, koper, staal of nylon, soms geborgd met een lijntje of kettinkje, of opklapbaar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: