doelwit
doelwit - Zelfstandignaamwoord 1. het punt waarop men zijn schiettuig richt ♢ Het schot ging net naast het doelwit. 2. meer figuurlijk: het punt waarop men iets richt ♢ Hij was altijd het doelwit van pesterijen. Synoniemen mikpunt
Wiktionary (2019)
doelwit - Zelfstandignaamwoord 1. het punt waarop men zijn schiettuig richt ♢ Het schot ging net naast het doelwit. 2. meer figuurlijk: het punt waarop men iets richt ♢ Hij was altijd het doelwit van pesterijen. Synoniemen mikpunt
Muiswerk Educatief (2017)
doelwit - zelfstandig naamwoord uitspraak: doel-wit 1. iets waar speciaal op gericht wordt ♢ zij is het doelwit van zijn plagen Zelfstandig naamwoord: doel-wit het doelwit
Jozef Verschueren (1930)
o. 1. Eig. witte plek op de schietschijf. 2.Verh. doel(II, 3, 4).Syn.→: bedoeling.
T. Pluim (1921)
oudtijds de witte stip in de zwarte schietschijf (thans is de kleur andersom); dat punt wilde men bereiken; zoo kreeg doelwit, of verkort tot doel, de bet. van: datgene wat men wil bereiken; bijv. het doel missen, voorbij schieten, Soms werd doelwit tot wit verkort, of in oogwit veranderd; bijv. Van Alphen zegt: „Geduld is zulk een schoone za...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: