Wat is de betekenis van Document?

2025-02-09
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-02-09
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-09
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

document

document - Zelfstandignaamwoord 1. een papier met belangrijke gegevens Door de brand waren de documenten verloren gegaan. 2. (informatica) een tekstbestand Ik kan het .docx-document niet openen omdat ik nog een oude versie van Office heb. S...

2025-02-09
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

document

document - zelfstandig naamwoord uitspraak: do-cu-ment 1. belangrijk papier, geschreven bewijsstuk ♢ in dat document staat dat hij de eigenaar is Zelfstandig naamwoord: do-cu-ment het document ...

2025-02-09
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Document

[Lat. documentum = toonbeeld, bewijs, van docere, zie doceren] 1 oorkonde, schriftstuk als bewijs; mv ook.: bescheiden; 2 (comp.) bestand in computerprogramma: een nieuw document aanmaken.

2025-02-09
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Document

(dokument) schriftelijk bewijsstuk

2025-02-09
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

document

elk object waaraan de functie is of wordt toegekend, te dienen tot kennisname van de gegevens waarvan het de drager is.

2025-02-09
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Document

Document (1) Een gegevensmedium en de gegevens, die hierop zijn vastgelegd, die over het algemeen een blijvend karakter hebben en die zowel door de mens als door de machine kunnen worden gelezen. (2) Een uniforme verzameling gegevens, die betrekking hebben op een bepaald onderwerp of daarmee verband houdende onderwerpen. (3) Bij het verwerken van...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-02-09
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Document

o., geschrift, bewijsstuk; oorkonde.