Wat is de betekenis van distributeur?

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

distributeur

distributeur - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) (beroep) persoon of onderneming die zorgt voor de distributie van goederen van producent naar consument Woordherkomst Naamwoord van handeling van distribueren met het achtervoegsel -eur

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

distributeur

distributeur - zelfstandig naamwoord uitspraak: dis-tri-bu-teur 1. wie zorgt voor het overbrengen van goederen van producent naar consument ♢ deze groothandel is distributeur van levensmiddelen Zelfstandig naamwoord: dis-tri-bu-teur ...

2024-04-24
Verklarend woordenboek Wijnetiketten

Douwe Brongers & Martijn Lutjenhuis (2011)

Distributeur

(F) Handelaar die zelf de wijn verkoopt of deze bij slijters in de verkoop geeft.

2024-04-24
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

distributeur

persoon of organisatie die de exclusieve of gedeelde release- of distributierechten bezit van een document of object, respectievelijk zorg draagt voor de verspreiding daarvan.

2024-04-24
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

distributeur

distributeur - Mensen, bedrijven of organisaties die verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van producten zoals films, boeken of andere werken in een bepaalde situatie of op een bepaalde plaats. Gebruik 'uitgevers' voor mensen of bedrijven die werken op de markt brengen voor verkoop of distributie aan het publiek.

2024-04-24
Reclame woordenboek

Frans van Lier (1987)

Distributeur

Schakel in het distributiekanaal (zie aldaar).

2024-04-24
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Distributeur

Distributeur - Overzichtelijk in vakjes verdeeld plastic doosje met doorzichtig deksel. Bedoeld om loodjes of haken in te bewaren op zo’n manier, dat men onmiddellijk zijn keus uit de verschillende soorten en afmetingen kan maken.

2024-04-24
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Distributeur

uitdeler, verdeler; besteller, rondbrenger; stoomschuif; distributeur automatique, automaat; distributeur d’essence, benzinepomp.