Wat is de betekenis van direct?

2023-06-08
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

direct

direct - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder te wachten, zonder iets daartussen Bij hadden een directe verbinding met de trein en hoefden dus niet over te stappen.</ref> 2. eerlijk, zonder smoesjes, maar soms ook een beetje brutaal Hij gaf hem een eerlijk en ...

Lees verder

Direct toegang tot alle 20 resultaten over direct?

Word nu vriend van Ensie
2023-06-08
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

direct

direct - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: di-rect 1. zonder omweg ♢ hij gaat direct van huis naar school 1. hij is heel direct [zegt meteen waar het op staat] 2. d...

Lees verder
2023-06-08
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

direct

(de en bn.) sneltrein, intercity - directe trein, sneltrein. De vrouw werd gegrepen door de directe trein Dendermonde-Gent. - LN, 24-01-2002.

Lees verder
2023-06-08
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Direct

(direkt) meteen; rechtstreeks

2023-06-08
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

direct

Een directe trein, sneltrein, ook: intercity (voor internationaal verkeer); - als znw.: de direct. Het aantal direkte treinen op dit trajekt werd wel van drie op... vier gebracht. Echter alleen op werkdagen, Gazet v. Antw. 1977.

Lees verder
2023-06-08
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Direct

rechtstreeks, onmiddellijk; directe belastingen: belastingen op hetgeen men bezit: de grond, het inkomen, enz.; directe handel: het betrekken der goederen uit de eerste hand; directe rede: wijze van spreken, waarbij iemands woorden juist zo worden weergegeven als zij uitgesproken zijn.

2023-06-08
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Direct

adj. & adv., direkt. (Zie ook: dadelijk).

2023-06-08
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Direct

(lijn)recht; rechtstreeks; direct [v. belasting].

2023-06-08
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

direct

I. direct, recht, rechtstreeks, onmiddellijk; fig ronduit; II. rechtstreeks; III. richten, besturen, (ge)leiden, regisseren [film]; voorschrijven, orders (last) geven; dirigeren; instrueren; adresseren; de weg wijzen.

Lees verder
2023-06-08
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Direct

(<Lat.), I. bn., rechtstreeks: een directe verbinding ; — de directe rede, waarin gesproken woorden letterlijk worden weergegeven; — directe verkiezing, zonder tussentrap ; —de directe belastingen, die rechtstreeks worden geheven (als op huisraad, dienstboden, paarden, inkomsten, vermogens enz.); II. bw., 1. rechtstreeks; 2...

Lees verder
2023-06-08
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

direct

direct, rechtstreeks, zonder tussenkomst van bijkomstige factoren.

2023-06-08
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

direct

rechtstreeks, onmiddellijk; ~e belastingen, v.mv. belastingen op de grond, de inkomsten enz.

Lees verder
2023-06-08
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Direct

(< Lat. directus] part. perf. van dirigere — in rechte lijn opstellen). Rechtstreeks. Vb. Direct bewijs; hierin wordt de juistheid van het gestelde onmiddellijk bewezen en niet afgeleid uit de onhoudbaarheid van de ontkenning ervan. Ter aanduiding van het behoud van omloopszin gebruikt in:direct congruent, direct gelijkvormig. Men ontmoet...

Lees verder
2023-06-08
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

direct

bn., bw. (Fr. [Lat. directus]: regelrecht, rechtstreeks; onmiddellijk): een -e verbinding; ik kom - bij u; -e belastingen, grond-, inkomstenbelastingen enz., tegenstelling van verbruiksbelastingen.

2023-06-08
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

direct

onmiddellijk, rechtstreeks.

2023-06-08
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

direct

tot en met.

2023-06-08
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Direct

[Lat.], I. bn., rechtstreeks: een directe verbinding; directe verkiezing, zonder tussentrap; directe verlichting, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van door wanden, zoldering enz. gereflecteerd licht; directe aandrijving, koppeling, waarbij de motor zonder overbrenging op de te drijven machine of het te drijven deel is aangesloten; directe kleurs...

Lees verder
2023-06-08
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

direct

direct, - rechtstreeks, onmiddellijk; „directe belastingen”: belastingen op hetgeen men bezit; den grond, het inkomen, enz.; „directe handel”; het betrekken der goederen uit de eerste hand; „directe rede”: wijze van spreken, waarbij iemands woorden juist zoo worden weergegeven als zij uitgesproken zijn.

2023-06-08
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Direct

Direct - onmiddellijk, rechtstreeks, zonder omweg, tusschen plaatsen of tusschenpersonen. Directe verbinding door spoor of bootlijnen.

2023-06-08
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Direct

of direkt, onmiddellijk, rechtstreeksch, dadelijk; directe, belastingen: rechtstreeksche belastingen, zoodanige die door degenen op Wie ze drukken direct worden opgebracht, als die op het vermogen en het bedrijf, de personeele en de successie-belasting; directe handel: zoodanige waarbij geen tusschenpersonen optreden, waarbij derhalve de afnemer, d...

Lees verder