Wat is de betekenis van dingen?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dingen

dingen - Werkwoord 1. (inerg) ~ naar: een poging doen iets te verkrijgen, met name een ambt of een bruid Hij dong naar het leiderschap van de groep. dingen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ding Woordherkomst afgeleid van ding me...

2024-04-20
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Dingen

Gehucht in de gemeente Winsum ten Z. van Baflo. Oudtijds: Dyngum. Dynge = braakland: dingen = wellicht nieuw ontgonnen land. Ook De Dingen.

2024-04-20
Yiddish Slang

Fred Kogos (1966)

Dingen

Bargain, hire, engage, lease, rent.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dingen

v., tingje; — naar, (oan)tingje; naar iets —, om eat stikje.

2024-04-20
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Dingen

(dingte, dang; gedingt, gedungen), dingen; huren.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dingen

I. o., (Zuidn.) goed, inz. wasgoed : het dingen hangt nog buiten. II. (dong, heeft gedongen), 1. wedijveren: onschuld en liefelijkheid dingen bij haar om de voorrang; 2. trachten te verkrijgen, staan naar : naar een betrekking dingen ; — naar de hand van een meisje dingen, er naar streven haar tot vrouw te krijgen ; 3. onderhandelen over d...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dingen

I. dong, h. gedongen (1 staan naar, streven naar; wedijveren om; 2 afdingen, beknibbelen bij een koop): 1 naar iets -, naar (een post) staan; naar de prijs -; 2 nauw -; verg. pingelen; zie ook: bedingen. II. o. (Z.-N. 1 goed; 2 wasgoed, was); 1 zijn - scheuren; 2 hang het - op.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dingen

('dingən) (dong, heeft gedongen) 1. wedijveren : om de voorrang -. 2. staan naar: naar een ambt -. 3. afbieden : op de markt.