Wat is de betekenis van dikzak?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

dikzak

iemand die dik is. iemand die dik is; dik persoon; ook: scheldnaam voor iemand die dik is. Voorbeelden: Frederik maakte kennis met een verre achterneef van haar, een korte dikzak met lange handen en een listige bril, Pablo de Sutter, de voornaam wees naar een Argentijnse moeder. http://www.brakkehond.be/60/note1.html Johanna...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dikzak

dikzak - Zelfstandignaamwoord 1. (pejoratief) iemand die zwaarlijvig is Wat een dikzak ben jij geworden! Woordherkomst samenstelling van dik en zak

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

dikzak

dik, zwaar iemand. Soms ook schertsend of spottend. Vgl. papzak poepzak.‘Jongens,’ dachten vijf Algerijnsche kapers, die daar op den loer lagen om schepen te vangen, ‘jongens, als we dien Hollandschen dikzak eens te pakken konden krijgen, dat zou een aardig voordeeltje geven!’ (Pieter Louwerse, Vlissinger Michiel, 1880)

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dikzak

s., diksek, pamp(s)es.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dikzak

m. en v. (-ken), (scherts.) dik en zwaar persoon, ook wel van dieren.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dikzak

m. en v. -zakken, gmz. (spotn. dik en zwaar persoon): wat een - v. e. jongen!

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dikzak

('dik) m. en v. (-ken) Gemz. dik en zwaar persoon : een mollige van zeven maanden.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dikzak

m. (-ken), dik en zwaar persoon, ook wel van dieren.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)