Wat is de betekenis van Dik?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

dik

1) (2012) (hiphoppers) goed, leuk, geweldig. • “Ai, man, John heeft een heel dik plan,” zei ik. (Saul van Stapele: Witte panters. 2012) • Er zijn ook bijvoeglijke naamwoorden die in de letterlijke betekenis niet positief zijn, maar in een andere, figuurlijke betekenis wel, bijvoorbeeld dik, dat net als vet betekent d...

2024-04-20
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Dik

Vleivorm uit de kindertaal van verkorte namen met -rijk- 'machtig' (zie -rik-); vergelijk Dick, de Engelse vleivorm van Richard. Het kan ook een vrouwelijke variant van Diede zijn (bijvoorbeeld in Hindeloopen). Zie ook Diederik.

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dik

dik - Bijvoeglijk naamwoord 1. een naar verhouding grote dwarsdoorsnede hebbend Zij had erg dikke benen. 2. de genoemde dwarsdoorsnede hebbend Dat beestje was een vinger dik. 3. een naar verhouding grote lichaamsomvang hebbend ...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dik

dik - bijvoeglijk naamwoord 1. erg breed of met een grote omvang ♢ mijn zus is de laatste tijd erg dik 1. een dik belegde boterham [met veel beleg] 2. een dikke huid hebben...

2024-04-20
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Dik

Patroniem in onverbogen vorm bij de roepnaam Dik uit Dirk/Diederik. In het Engels is de voornaam Dick overigens bekend als roepnaam bij Richard.

2024-04-20
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

dik

(bw) vaak BM, EK, HP, TM.

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

dik

(bn. en bw.) - een dikke leugenaar, een grote leugenaar. - een dikke boer, een lomp iemand. - een dikke nek, verwaand persoon, die het hoog in de bol heeft. Kortom: Timmy Simons beschikt over kwaliteiten die al zelden samen in een volledig team te vinden zijn, laat staan bij één speler. Hij kan het ook goed uitle...

2024-04-20
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Dik

1. - zijn met iemand,erg intiem, bevriend zijn met iemand. Informele uitdr. Is heel dik met Jasperina de Jong. (Nieuwe Revu, 13/08/92) 2. - zitten,onder hedendaagse jongeren een populaire uitdr. voor ‘rustig zitten’. 3. -ke/witteflip,koek en ei: ’t is dikke/witteflip met hem.Een uitdr. die al voorkomt bij Boeken- oogen. Flipheeft hier de bet. ‘kle...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

dik

zie Harry, lui, mik, nek, neus, shit, snikkel, tampeloeres, toeter, veter. dikke Of de binnenrijm vertonende verwensing krijg een dikke, gomminikke! meer is dan krijg een stijve pik, gvd! is de vraag. In gomminikke een substituut zien voor penis is, gezien het gebruik van de komma, wat al te gezocht. Daar s...