Wat is de betekenis van dijkhuis?

2024-04-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

dijkhuis

huis gebouwd langs of bij een dijk. huis gebouwd langs of bij een dijk; dijkwoning. Voorbeelden: Hij woonde met zijn ouders in een dijkhuis bij Borssele aan de Scheldemonding, een locatie van groot strategisch belang. NRC, 1995 Markant zijn de dijkhuizen, die tegen de Slachte aangebouwd zijn. Opvallend is de vlakke zijgevel w...

2024-04-16
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

DIJKHUIS

Eenvoudige woning, meestal met houten schuur op binnendijken. Aan een D. was het vruchtgebruik van een dijksgedeelte verbonden. Zie: Binnendiken en Slieperdiken, 253 e.v.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dijkhuis

o. (...zen), zetel van een dijksbestuur.