Wat is de betekenis van dij?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dij

dij - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) het deel van het menselijk been tussen heup en knie dij - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dijen ♢ Ik dij 2. gebiedende wijs van dijen dij! 3. (bij inversie) tweede persoon enk...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dij

dij - zelfstandig naamwoord 1. het been boven je knie ♢ die vrouw heeft dikke dijen 1. zich op de dijen slaan [dikke pret hebben] Zelfstandig naamwoord: dij -en dij...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dij

s., bil (it).

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

DIJ

deel der onderste ledematen, dat zich tussen heup en knie bevindt; ook bovenbeen genoemd (zie been).

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dij

v. -en, dijtje ([vlezige] achterzijde van het bovenbeen).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

dij

I. Eert. 2de pers. enk. 3de en 4de nv. van het pers. vrnw. →: mij. II. v. (-en) [~ dik] gedeelte tussen knie en romp bij de mens en bij de gewervelde dieren : stevige, dikke -en. III. avgs. →: ij.

2024-04-19
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Dij

Het bovenste en dikste gedeelte van het been, waarvan het dijbeen, dat met zijn gewrichtshoofd in de heupkom past, het geraamte vormt. Het onderste einde van het dijbeen is sterk verbreed en helpt mee aan de vorming van het kniegewricht. Aan de vorming van de dij nemen deel 11 spieren; het voornaamste bloedvat is de dijslagader, die het geheele bee...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dij

v/m. (-en), (ook: dijbeen), het vlees, het vlezige deel van het bovenbeen (van knie tot bil); overeenkomstig lichaamsdeel van dieren.