Wat is de betekenis van diepzinnig?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

diepzinnig

diepzinnig - Bijvoeglijk naamwoord 1. diep denkend over iets, doordringen tot de kern - Hij had lang nagedacht over het onderwerp zodat hij er diepzinnige opmerkingen over kon maken. - De filosoof wist zelfs over alledaagse onderwerpen diepzinnige opmerki...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

diepzinnig

diepzinnig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: diep-zin-nig 1. wat diep doordringt in het wezen van de dingen ♢ hij kan altijd zo diepzinnig praten 1. een diepzinnig gezicht zetten [alsof je er diep...

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Diepzinnig

adj., djipsinnich.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Diepzinnig

bn. bw. (-er, -st), 1. diep doordringend in het wezen der dingen, diep denkend: diepzinnige wijsgeren ; — peinzend : een diepzinnige blik ; — (scherts.) een diepzinnig gezicht zetten, alsof men diep over iets moet denken; 2. waarvan de zin diep ligt, waarin een diepe zin ligt, afgetrokken : een diepzinnig verto...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

diepzinnig

1 bn. (1 van personen: diep doordenkend; 2 van zaken: waarvan de zin diep ligt; veel inspanning van het denkvermogen vereisend; ook: waarin een diepe zin ligt, verheven): 1 Dante, de -e wijsgeer van zijn tijd; 2 -e vertogen over de Deugd; de -e waarheid der opmerking; 2 bn. (op een wijze, die van diep doordenken getuigt): - over enig dogma redene...

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

diepzinnig

(di:p'sinnəsch) I. bn. en bw. (-er, -st) 1. diep doordringend in het wezen der dingen : een wijsgeer. 2. diep peinzend : een -e blik. 3. waarin de zin diep ligt, en dus veel inspanning van het denkvermogen vereisend : een vertoog. 4. waarin een diepe zin ligt van verheven betekenis: een -e waarheid, daad. II. bw. (-er, -st) op een wijze,...

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Diepzinnig

bn. en bw. (-er, -st), 1. diep doordringend in het wezen der dingen, diep denkend: diepzinnige wijsgeren; peinzend: een diepzinnige blik; (scherts) een diepzinnig gezicht zetten, alsof men diep over iets moet denken; 2. waarvan de zin diep ligt, waarin een diepe zin ligt: een diepzinnig betoog; bw.: diepzinnig redeneren.

2024-04-23
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Diepzinnig

een diepen zin hebbende, scherpzinnig, peinzend, ook : geheimzinnig.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)