Wat is de betekenis van dienaar?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

dienaar

Het begrip dienaar heeft 4 verschillende betekenissen: 1) hulp van een rijk persoon. iemand die voor zijn beroep een rijk of hooggeplaatst persoon in het dagelijks leven helpt en ondersteunt, bijvoorbeeld met huishoudelijke taken of als wachter of bewaker; bediende. 2) toegewijd persoon; volgeling. iemand die zich volledig toewijdt a...

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

dienaar

(18e eeuw) (sch.) mannelijk geslachtsdeel. Kijk ook onder: een vrouw dienen. • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dienaar

dienaar - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand die in persoonlijke dienst van een meester is Hij werd door zijn eigen dienaren vermoord. Woordherkomst Naamwoord van handeling van dienen met het achtervoegsel -aar Synoniemen bediende, knecht Verwante begrippen di...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dienaar

dienaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: die-naar 1. wie diensten voor iemand verricht ♢ zie hier uw nederige dienaar Zelfstandig naamwoord: die-naar de dienaar de dienar...

2024-04-24
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Dienaar

Schertsend gebruikt voor de eerste persoon enkelvoud. Het WNT citeert hier N. Beets. Ook in andere talen, bijv. Engels Yours truly.Vgl. ook deze jongen. Waarna het Royal Philharmonic Orchestra zijn steen bijdraagt, en dat is heel vriendelijk van die mensen, maar uw dienaar heeft het altijd een beetje moeilijk gehad met rock die om de hand van ernst...

2024-04-24
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

dienaar

dienaar - mannelijk lid. Nooit kunt gij, waarde lief!een trouwer dienaar vinden. Als ik staâg bij mij draag, Het vermakelijk A, B. C. 9 [± 1785].

2024-04-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

dienaar

(de, -s), man die als vrijwillige en onbezoldigde hulpkracht van een E.B.G.-kerk tijdens de dienst collecteert en verder de dienaressen zo nodig helpt bij hun taak. De gemeente brengt haar offerande , eerst voor de gemeente, daarna voor de armen ( ). De dienaars brengen de offerande naar voren (Gezangboek E.B.G. 1960: 424).-Etym.: Sdinari. Zie ook:...

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dienaar

iem. wat dien; ondergeskikte, kneg; amptenaar.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dienaar

s., tsj inner, boade.