Hé taalliefhebber! Wil je elke week het laatste taalnieuws en de leukste taalweetjes ontvangen? Meld je dan aan voor Taalpost, de gratis nieuwsbrief van Onze Taal.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Lat. detestabilis] verfoeilijk.
Jan Meulendijks (1993)
verfoeilijk; afschuwelijk
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
verfoeilijk
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), bn., verfoeilijk, afschuwelijk.
Jacon Kramers Jz (1948)
verfoeilijk, afschuwelijk.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (Fr. [Lat. dedestabilis]: verfoeielijk, afschuwelijk). (de = dee).
Jozef Verschueren (1930)
(detes'ta:bәl) bn. en bw. verfoeilijk.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Lat.], bn., verfoeilijk, afschuwelijk.
Fokko Bos (1914)
detestabel, - verfoeilijk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: