detentie
detentie - Zelfstandignaamwoord 1. hechtenis, opsluiting
Muiswerk Educatief (2017)
detentie - zelfstandig naamwoord uitspraak: de-ten-sie 1. het in een situatie zijn dat je niet weg kunt ♢ deze gevangene heeft in detentie een opleiding gevolgd Zelfstandig naamwoord: de-ten-sie de detentie ...
Amnesty International (2007)
Detentie is afgeleid van het Franse woord voor gevangenschap en is een synoniem voor gevangenisstraf of vastgezet worden. In het Nederlands strafrecht wordt deze term niet gebruikt. In de omgangstaal heeft detentie de betekenis van vrijheidsbeneming (voorlopige hechtenis en gevangenisstraf). Zo gebruikt de Nederlandse overheid het woord gedetineerd...
Marc de Coster (2004)
rechtstaal voor arrest; opsluiting; hechtenis. Van het Franse détenir: onder zijn hoede nemen; bewaren. Gevangenen worden keurig opgeborgen in een detentiecentrum of een huis van detentie. De reden waarom deze mensen opgesloten worden, wordt door dergelijke termen echter niet duidelijk gemaakt. Het gebruik van een vreemd woord verzacht het stigma d...
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
opsluiting, hechtenis; het onder zich hebben van een zaak, in tegenstelling tot bezit of eigendom.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), v., 1. (rechtst.) het houden, onder zich hebben van een zaak (b.v. als huurder, bewaarder enz.), tgov. bezit of eigendom; 2. opsluiting, hechtenis : huis van detentie.
Winkler Prins (1949)
in burg. recht het houden van een zaak voor een ander. De detentor is geen bezitter (z bezit). D. hebben o.a. huurders, bruikleners.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: