destijds
destijds - Bijwoord 1. in die tijd ♢ - Destijds was ik nog een klein jongetje. ♢ - Toen hij de overeenkomst las, viel hem op dat hij voortaan moest zwijgen over de kwestie. In het stuk stond dat „beide partijen ten opzichten van derden geheimhouding betrachten over de in...