Wat is de betekenis van Denkelijk?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

denkelijk

denkelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. van iets of iemand dat je het je makkelijk kunt indenken     ♢ Toch snap ik niet waarom ze mijn Q2 hebben verjongd met grotere lichtmetalen velgen, sportstoelen, aluminium decoratielijsten en een racy sportstuur met afgeplatte onderkant. Het doelgroepwensdenken is schrijnen...

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Denkelijk

bn. bw., denkbaar, waarschijnlijk: ’t is niet denkelijk, dat hij komt — vermoedelijk : ik kom denkelijk met de laatste trein.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

denkelijk

bn., bw. (waarschijnlijk, vermoedelijk): ik kom - Woensdag a.s. thuis.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

denkelijk

(‘denkələk) 1. bn. en bw. denkbaar : het is niet dat hij het vergeten heeft. 2. bw. voor zover men denken kan : hij komt morgen. Syn. waarschijnlijk.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Denkelijk

bn. en bw., 1. denkbaar, waarschijnlijk: komt hij niet; 2. vermoedelijk: ik kom met de laatste trein; ook als voegw. bw.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Denkelijk

DENKELIJK, bn. bw. denkbaar, waarschijnlijk ‘t is niet denkelijk, dat hij komt; ik kom denkelijk met den laatsten trein.