Wat is de betekenis van Demiurg?

De demiurg (van het Oudgrieks dēmiourgos, dat 'vakman' betekent), is bij Plato een godheid die de materiële wereld vormgeeft vanuit de chaos. Zo beschrijft hij in zijn dialoog Timaeus deze 'Maker' van het universum als een soort goddelijke metselaar of timmerman die zich bij zijn scheppend werk baseert op de eeuwige platoon...

[Gr. dèmiourgos = handwerksman, kunstenaar] volgens bep. Gr. filosofie wezen tussen opperwezen en mens, dat de waarneembare dingen heeft geschapen.

letterlijk: werker. De naam waarmee de Griekse wijsgeer Plato de schepper van de wereld aanduidde.

handwerksman, kunstenaar; in gnostische leringen middelaar-wereldschepper tussen godheid en wereld

(Gr.: dèmiourgos, werkman) is in de Gnostiek de naam voor de van de Allerhoogste God onderscheiden lagere godheid, die de wereld uit de eeuwige stof had gevormd. Deze demiurg werd soms vereenzelvigd met de God van het O.T. en is een product van het dualistisch denken (zie Dualisme).

(<Gr.), m., wereldbouwer; volg. Plato de intelligentie die de oorspronkelijke chaos tot kosmos vervormt.

(Gr. wereldmaker), heette in de latere Oudheid de Godheid, die de stoffelijke wereld geschapen had, maar lager stond dan de hoogste God.

m. wereldbouwmeester, god, die de wereld geordend maar de stof niet geschapen heeft; volksleider.

(Grieks: demioergos = handwerksman, industrieel, bouwmeester, beeldhouwer, kunstenaar, bewerker, veroorzaker, Schepper, enz.) is in het Christelijk Syncretisme van de Gnostieken een term voor de middelaar(s) tussen de onveranderlijke, onvergankelijke godheid en de lagere sferen, waar verandering, vergaan, enz., heersen. Reeds in de ...