Delima
Delíma L. [C. Linnaeus], - van Lat. delimāre [van de, af, weg; līmāre (van līma, vijl), vijlen], afvijlen: voor afvijlen, dwz. voor vijl, geschikte plant. De naam zinspeelt op de zeer ruwe bladeren.
Dr. C. A. Backer (1936)
Delíma L. [C. Linnaeus], - van Lat. delimāre [van de, af, weg; līmāre (van līma, vijl), vijlen], afvijlen: voor afvijlen, dwz. voor vijl, geschikte plant. De naam zinspeelt op de zeer ruwe bladeren.
Veerman (1954)
Punica granatum L.. (Indon.) De d. of granaatappel is een vrucht met veel zaden, ter grootte van een appel. Het omhulsel van de zaden is eetbaar.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: