Delf
Zie Detlef
Wiktionary (2019)
delf - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van delven * Ik delf 2. gebiedende wijs van delven * delf! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van delven * delf je?
P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)
1. Gegraven kanaal van de Fivel bij Ten Post naar Appingedam en vandaar langs een oude waterloop naar de Eems; bestond al in 1248. Het is het tegenwoordige Damsterdiep, naamgever van Delfzijl.2. De vanouds bekende vaarweg tussen de Lauwers en de Eems. De Delf is met raadselen omgeven. Aangenomen wordt dat het een in de vroege Middeleeuwen gegraven...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
In het Oudfr. kwamen naast elkaar delva en dela voor (graven). D. is een oude naam voor gegraven sloot (bijv. te Staveren, Delfstrahuizen). Verschillende waternamen op -deel betekenen hetzelfde. Zo bok Dolte en Duif.Zie: Br. Plaknaramen ii, 17-18.
J. Kramer (1908)
1) de Delf, kleine vaart in de gemeente Assendelft, Noord-Holland. 2) de Delf, voormalige vaart in Groningen, liep van Garrelsweer door Appingedam naar Delfzijl; in 1598 werd een deel ervan opgenomen in het Damsterdiep. 3) de Delf, water in NoordHolland, tusschen Bloemendaal en Velzen en tusschen Haarlem en Schoten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: