Wat is de betekenis van Dekschild?

1950
2023-03-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Dekschild

o. (-en), (nat. hist.) schild dat de vleugels bedekt bij kevers.

1937
2023-03-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

dekschild

o. -en (vleugelschild, harde dekschaal van kevers enz.).

1930
2023-03-20
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

dekschild

o. (-en) schild dat de vleugels bedekt: de -en van een ➝ kever.

1916
2023-03-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dekschild

Dekschild - (elythron), bij sommige orden van insecten zijn de voorvleugels niet vliezig, maar hard of gedeeltelijk of geheel leerachtig, zoodat zij niet meer voor het vliegen dienst doen, maar eene beschutting leveren voor de vliezige achtervleugels en dan dekschilden genoemd worden. Vandaar de orde van de Schildvleug»ligen* of Kevers, wier voorst...

Lees verder
1916
2023-03-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Dekschild

o. (-en), harde of leerachtige voorvleugel van sommige insekten. Dekschilden komen voor bij sommige orden van insekten. Zij dienen niet voor het vliegen maar als beschutting voor het vliezige tweede paar vleugels. Bij de kevers (schildvleugeligen) vormen de voorste vleugels steeds harde dekschilden. Bij sprinkhanen zijn zij geheel, bij wantsen deel...

Lees verder