Wat is de betekenis van dek?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

dek

dek - Zelfstandignaamwoord 1. laag die of vlak dat iets van boven afsluit:     ♢ Op de huizen lag een dek van sneeuw wat er heel romantisch uitzag. 2. (scheepvaart) een verdieping op een schip, scheepsdek     ♢ De derde klas passagiers waren verzameld op het laagste dek v...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

dek

dek - zelfstandig naamwoord 1. laag die over iets heen ligt ♢ het wegdek is van asfalt 1. het dek opschudden [de dekens en lakens] 2. alle hens aan dek! ...

2024-04-25
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

dek

(zn) deksel LC.

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

dek

dek - Platforms over de gehele of gedeeltelijke breedte van een vaartuig, waardoor de ruimte eronder wordt afgeschermd en een vloer ontstaat.

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Dek

Waar bij huizen en andere gebouwen van verdiepingen of etages wordt gesproken, zegt men aan boord van schepen „dekken”. Zeeschepen hebben gewoonlijk meer dekken, hetzij doorlopend van voor- tot achtersteven als bovendek, en in het bovengedeelte van de romp (tussendekken), dan wel opgebouwd boven de romp in een of meer korte, van elkaar...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

dek

verdieping van ‘n skip; gedek, toemaak; beskerm; regmaak vir maaltyd (tafel); insluit; vergoed (skade); bestry; paar (dier).

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Dek

s.n., tek (it), dek (it); (scheepsdek) (for)dek (it).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Turks-Nederlands

MEHMET KIRIŞ (2024)