deftigheid
deftigheid - Zelfstandignaamwoord 1. het deftig zijn Woordherkomst afgeleid van deftig met het achtervoegsel -heid
Nederlandstalige WikiWoordenboek
deftigheid - Zelfstandignaamwoord 1. het deftig zijn Woordherkomst afgeleid van deftig met het achtervoegsel -heid
Nederlands woordenboek voor onderwijs
deftigheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: def-tig-heid 1. het deftig zijn ♢ de deftigheid van het Concertgebouwpubliek is duidelijk 2. iets deftigs ♢ ik hou niet van die deftigheid bij zo'n...
De Oosthoek is een Nederlandse encyclopedie die in verschillende uitvoeringen is verschenen
v., het deftig-zijn; (metonymisch) deftig persoon of (coll.) deftige personen.
Nederlands woordenboek (7e druk)
v., het deftig-zijn; (meton.) deftig persoon of (coll.) deftige personen.
Gerelateerde zoekopdrachten