Wat is de betekenis van Deense dog?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Deense dog

dog van de meest voorkomende variëteit. dog van de meest voorkomende en bekendste variëteit, die, ondanks deze benaming, uit Duitsland stamt; Duitse dog. Voorbeelden: De tik van het porselein bracht een berg dekens in de hoek naast de televisie in beweging en een grote, blauwe Deense dog stortte zich op het eten. Hans va...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Deense dog

Deense dog - Zelfstandignaamwoord 1. (dierkunde) geen Deens maar een Duits hondenras dat gefokt werd als waakhond Synoniemen Duitse dog Verwante begrippen rashond

2024-04-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Deense Dog

zie Duitse dog.

2024-04-23
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

DEENSE DOG

is waarschijnlijk uit dog en windhond gefokt voor de jacht op beer, wild varken, wolf en alle grof wild. Kwam in geheel Midden- en West-Europa, Groot-Brittannië en Ierland inbegrepen, voor. Na 1870 in Duitsland door hernieuwde kruising met de windhond verfijnd en herdoopt in Duitse dog, welke naam alleen Nederland overnam. Thans is Deense d...

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Deense dog

Duitse dog.