Wat is de betekenis van deel?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

deel

(1968) (euf.) mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel. Even vaag en nietszeggend als ding*. Syn.: lid*. Eigenlijk: iets waarvan men de naam niet kent of waarvan men de naam niet wil noemen. Uit de context moet blijken dat het om een lichaamsdeel gaat. Vgl. lid* en edele* delen. Vgl. het Engelse 'member' dat in dezelfde zin gebruikt word...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

deel

deel - Zelfstandignaamwoord 1. een afsplitsing van een hoeveelheid, maat of gewicht, van een geheel waarbij samenstelling, functies of eigenschappen gelijk zijn of buiten beschouwing blijven (kenmerkend is dat de soortnaam van het geheel en de afgesplitsing gelijk is)     ♢ Een deel van een pak suiker....

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

deel

deel - zelfstandig naamwoord 1. wat kleiner is dan het totaal ♢ je krijgt ook een deel van de winst 1. de edele delen [geslachtsorganen] 2. ten dele ...

2024-04-23
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Deel

Het deel is een onderdeel van het stukindentificatienummer dat de opbergeenheid voor het register Hypotheken 3 of register Hypotheken 4 aangeeft.

2024-04-23
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

deel

mannelijk lid. Een verkorting van herendeel3'. Even vaag en nietszeggend als ding*. Eigenlijk: iets waarvan men de naam niet kent of waarvan men de naam niet wil noemen. Uit de context moet blijken dat het om een lichaamsdeel gaat. Vgl. lid* en edele* delen. Vgl. het Engelse ‘member’, dat in dezelfde zin gebruikt wordt. Haar verkrachter borg zijn...

2024-04-23
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

deel

1. als bibliografische eenheid: boek of boekdeel dat zich van andere boeken of boekdelen onderscheidt door een eigen titelblad en een eigen paginering. - band. 2. gedeelte van een werk volgens de door auteur of samensteller aangebrachte indeling. - boek; afdeling. 3. zie: band.

2024-04-23
Lexicon van Nederlandse archieftermen

Stichting Archief Publicaties (1983)

Deel

Een deel is een aantal in boekvorm genaaide of gebonden bladen of katernen. Deze definitie is gelijkluidend aan N.A.T. nr. 8.

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

deel

dele, stuk van ‘n geheel, porsie; gesaagde plank; streek; gedeel, in twee of meer gedeeltes (stukke) splits; uitdeel, verdeel; gee (kaarte).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

DEEL

a. naam voor enkele wateren (Oudfr. dela, delven); b. oude aanduiding voor een grietenij, nu nog voortlevend in vele namen van Fr. gemeenten. Mogelijk wijst dit woord op ‘onderdeel van een groter geheel’, bijv. van een district, zie Delf. Zie: Fr. Plaknammen VIII (1956), 61; Winkler, Naamlijst, 60; Schönfeld, Waternamen, 175-176....