decent
(zelfstandig naamwoord) fatsoenlijk, decent [Nl.uitspr.], beschaafd, welvoeglijk
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Wiktionary (2019)
decent - Bijvoeglijk naamwoord 1. netjes, fatsoenlijk, eerbaar, keurig ♢ Het meisje moest toen ze naar de kerk ging decente kleiding aantrekken van haar ouders.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: