de wereld in een doosje hebben
(19e eeuw) (inf.) alles naar z'n zin hebben. • Dat is de wereld in een doosje. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862) • U hebt mooi praten, als u de wereld in een doosje hebt. (Ward Ruyslinck: Het dal van Hinnom. 1966)