Wat is de betekenis van de pijp uit zijn?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

de pijp uit zijn

(19e eeuw) (inf.) weg zijn. Eigenlijk: (van een konijn) uit een konijnenhol gekropen zijn. Ook: dood zijn. • Spr. De pijp uit zijn, weg zijn, ontsnapt, de gaten uit zijn. Toen ze den dief wilden gaan aanhouwen, was em de pijp uit. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1900) • (Lodewijk De Vr...