Wat is de betekenis van de neus uitkomen?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

de neus uitkomen

(1968) (inf.) ergens schoon genoeg van hebben. Syn.: de neusgaten* uitkomen. • Politiek? Me neus uit. (Rinus Ferdinandusse: De brede rug van de Nederlandse maagd. 1968) • „Didn’t we” is zijn zoveelste plaat met welluidende, geparfumeerde en op maat gesneden stemmingsjazz. Af en toe Is er helaas zoveel suiker bijgedaan d...

Gerelateerde zoekopdrachten