Wat is de betekenis van de hond in de broek hebben?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

de hond in de broek hebben

(2002) (euf. of sch.) ongesteld, menstruatie hebben. Voor de maandstonden heeft de volkstaal heel wat uitdrukkingen: affaires*; auwbuiksels*; bal*; bezoek* hebben; bloedbruiloft*; met de bolsjevisten* zitten; bucht*; bullen*; de dagen*; de dingen*; één* Mei; emmetje*; de Engelsen* zijn geland; 't is feest*; feestweek*; aan de fla...