de echtelijke plicht vervullen
(16e eeuw) (ook: de huwelijkse plicht) (euf.) copuleren (tijdens het huwelijk), met de onderliggende gedachte: voor nageslacht zorgen. Het WNT citeert J.H. van Linschoten (1596) : “Die Vrouwen, als zy met hare Mans de echtelijcke plicht hanteren, eeten te voorens Bettele.” Zie ook: de echt bedrijven. • Tijdens de wittebroodsweken...