Wat is de betekenis van de bonte stier scheren?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

de bonte stier scheren

(1898) (inf.) aan de drank zijn. • Een toeter pakken (A.). Een poerloere nemen, of: er een poerloertje op zetten (D. B.). Aan de flep zijn (V. D.). Een zwarte zuster (flesch rooden wijn) den nek breken (V. Du.) 2). Den bonten stier scheren (D. B.). Aan den pimpel zijn (V. D.). (De Navorscher. 1898)

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

de bonte stier scheren

(1984) (Vlaanderen, inf.) veel lawaai maken. • Tamboer maken, bommelen en trommelen, boeren en koekeloeren, de bonte stier scheren, de balju jagen, zijn marten ontbinden. Lawaai maken. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)