De appel valt niet ver van de boom of de stam
kinderen aarden gemeenlijk naar hun ouders; echter alleen in ongunstige zin gebruikt. Voorheen in enigszins andere vorm; in Prov. Comm. (n° 299): „den appel smaect sijns booms”; nog in het Wvl.: „het appelken smaakt gemeenlijk boomsch” (De Bo). Fr. tel père, tel fils; qui naît poule, aime à gratter; d...