de aftocht blazen
(19e eeuw) (euf. of sch.) sterven. Eigenlijk: het terugtrekken van het krijgsvolk tijdens een veldslag. Vandaar ook: zich verwijderen, vertrekken. Syn.: de kraaienmars* blazen; gaan mollen* roven. Vgl. ook: naar de mussenhemel* gaan. • den aftocht blazen, weggaan, vertrekken, (gemeenz.) sterven: hij heeft den af-tocht geblazen. (Van Dale 1898)...