Wat is de betekenis van De facto?

2023-09-26
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

de facto

De facto is een Latijnse term die letterlijk "in feite" of "in werkelijkheid" betekent. Het wordt vaak gebruikt om iets te beschrijven dat als het ware of feitelijk bestaat, ondanks dat het niet formeel erkend of aangenomen is.

2023-09-26
Begripppenlijst Tweede Kamer

Winish Ganesh (2012)

De facto

De facto is een begrip uit het Latijn waarmee wordt uitgelegd hoe een bepaalde feitelijke situatie is. Indien een persoon voornemens is zijn huis uit te breiden met een serre, dient hij bij het college van burgemeester en wethouders een vergunning aan te vragen voor deze uitbouw. In een dergelijk geval buigt het college van burgemeester en wethoude...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over De facto?

Word nu vriend van Ensie
2023-09-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

De facto

[Lat.] in feite (bijv.:erkennen) (vgl. de jure).

2023-09-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

De facto

feitelijk

2023-09-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

De facto

(Lat.), feitelijk. Wordt een staat de facto erkend, dan wordt daarmee te kennen gegeven dat zijn aanwezigheid als feit (factum) wordt erkend, zonder oordeel of hij lang stand zal houden; zie de jure.

2023-09-26
Ambtelijk taalgebruik

Wouter de Koning (1976)

de facto

in feite.

2023-09-26
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

De facto

werkelijk, metterdaad; eigenmachtig.

2023-09-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

De facto

(Lat.), bw., feitelijk (in tegenst. met de jure, rechtens): een regering de facto erkennen.

2023-09-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

De facto

(Lat. werkelijk, feitelijk). In het volkenrecht spreekt men van D.-erkenning van een regering of van een staat als - meestal na een geslaagde revolutie - andere regeringen de feitelijke gezagsuitoefening van die regering of staat erkennen, zonder hieraan onmiddellijk het volledig rechtsgevolg te verbinden. Bij een D. erkende regering laat een staat...

2023-09-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

de facto

(Lat.) werkelijk, feitelijk, metterdaad; eigenmachtig, zonder verdere omstandigheden.

2023-09-26
Gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

De facto

Feitelijk (tegenover „de jure” == rechtens).

2023-09-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

de facto

(Lat. werkelijk, feitelijk).

2023-09-26
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

de facto

(Lat.) werkelijk, feitelijk.

2023-09-26
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

De facto

(Dal.) — in werkelijkheid.

2023-09-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

de facto

[Lat.] feitelijk, inderdaad. Tgst. de jure.

2023-09-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

De facto

[Lat., in feite], bw., feitelijk (in tegenstelling tot de jure, rechtens): een regering erkennen; -verkenning.

2023-09-26
Vreemde woorden woordenboek

Fokko Bos (1914)

de facto

de facto, - werkelijk, metterdaad; eigenmachtig.

2023-09-26
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

De facto

De facto - eigenmachtig.

2023-09-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

De facto

DE FACTO, bw. feitelijk (in tegenst. met de jure, rechtens).

2023-09-26
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

de facto

de facto - bijw. feitelijk (in tegenst. van de jure, rechtens)