Wat is de betekenis van de eigen broek ophouden?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

de eigen broek ophouden

financieel onafhankelijk zijn. financieel voor zichzelf zorgen; financieel onafhankelijk zijn. Voorbeelden: PvdA-fractievoorzitter Wallage had deze week de rekensom snel gemaakt. Minder geld voor de helikopters betekende dat Defensie zoals hij zei "de eigen broek kon ophouden". De 250 miljoen die Voorhoeve had gevraagd zou...

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

de eigen broek ophouden

(1980+) (inf.) geheel onafhankelijk van anderen zijn; zichzelf kunnen bedruipen, redden; zijn eigen boontjes doppen. • Je moet je oigen broek maar ophale, je moet jezelf maar zien te redden. (J. Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984) • De vennootschap moet zijn eigen broek ophouden. (Leeuwarder Courant, 02/09/1987) • Maar...