Wat is de betekenis van David Joris?

2025-04-21
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

David Joris

(Jorisz), Ned. wederdoper. *1501 Brugge. ✝ 25.8.1556 Bazel. Stichter van de sekte der zgn. David Joristen; leidde een zwervend bestaan; vestigde zich 1544 te Bazel, waar hij als Jan van Brugge in weelde heeft geleefd van de gelden, die door zijn volgelingen in Holland waren opgebracht. In zijn Twonderboeck (1542) doet hij zich kennen als een gnosti...

2025-04-21
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

David Joris

Johan David Joriszoon is een van de bekende persoonlijkheden uit de geschiedenis van het Anabaptisme, die als profeet door velen is vereerd en door zijn geschriften ook in lateren tijd invloed heeft geoefend. Geboren in 1501 of 1502 in Vlaanderen werd hij opgeleid als glasschilder, in welke kunst hij bijzonder vaardig schijnt geweest te zijn. Na de...

2025-04-21
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

David joris

David joris - (eigenlijk Joriszoon), een van de leiders der Wederdoopers, geb. te Brugge in België, 1501, was eerst glasschilder, en vestigde zich in 1524 te Delft, sloot zich bij de Hervorming aan, werd om zijn onverdraagzaamheid spoedig voor den tijd van drie jaren uit de stad verbannen, stichtte in 1536 met een beroep op ontvangen visioenen een...

2025-04-21
Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

DAVID JORIS

gerekend onder de befaamdste Ketters, die Nederland heeft voortgebracht, en, om het haatelijke zijner gevoelens, naar de plaats zijner geboorte, de Duivel van Delft genaamd. Door de kunst van glasschilderen, die hij tamelijk wel verstond, had hij, naar den tijd, waarin hij leefde, aanzienlijke middelen bijéén vergaderd,...